Het Atelier
  • Home
  • Het verhaal
  • Ateliercafé
  • Galerie
  • De Collectie
  • Openingsuren / Contact
  • Dank
  • pers

Roland Rens

korte bio

Foto
Aarschot °3 10 1952  +3 4 2007

Roland Rens studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten te Mechelen, beeldhouwen bij Lode Eyckermans en tekenen bij Frans Van den Brande( 1970-1975). Aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen (1975-1978) werd hij begeleid door Marck Macken en Marcel Mazy. Als jonge student hielp hij in het atelier bij Vincent Halflants.

Prijzen en onderscheidingen: Vermelding Jeune Sculpture Belge 1974, Prijs van de Prins (club der XII) 1974,  Prijs van de Rotary Antwerpen 1975, 1ste Vermelding Prijs Hembecca 1976, Prijs Lucie Loots 1776, Prijs Ringers Diamonds 1977, ereburger van de stad Aarschot

Werken in het bezit van: de Belgische Staat, Stad Antwerpen, Provinciehuis, Prentenkabinet, Plantijn Moretus en Middelheim.
Monumenten te:  Aarschot, Leuven, Lier, Maaseik, Bree, Izegem, Temse,  Herk de Stad, Oud-Turnhout


anderen over rolanD Rens


Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
FotoGalerij De Vuyst
Wie lacht met wie?
Zijn personages worstelen, nooit kommerloos, doordrijvend tot aan de grens grens van de waanzin, oeverloos passioneel of satirisch, ironisch uitzinnig lachend of beangstigend sereen. Wij kijken naar getormenteerde wezens, maar kijken wij naar hen of kijken zij naar ons. Zijn zij bespottelijk of drijven zij juist de spot met ons? Zijn figuren hebben een “aanwezigheid”, stellen vragen en laten niemand onverschillig. Net als bij de Renaissancekunstenaars –humanisten- krijgen deze hedendaagse observaties van het menselijk gedrag in al zijn vreemde vormen en met al zijn gebreken een universele zeggingskracht.
Dit ideeëngoed gekoppeld aan een virtuositeit zonder aan bravoure te willen toegeven, maakt het werk van Roland Rens boeiend. Laag na laag kunnnen wij ons verdiepen in alle aspecten van zijn werk en hem ontdekken als ziener, denker, verteller, schilder, tekenaar, boetseerder, beeldhouwer, vakman.
Guy de Vuyst - Galerij De Vuyst - Lokeren - 2002


(...) Ahoewel hij heel wat monumenten in onze stad heeft staan, kennen we zijn breed oeuvre  en zijn vele artistieke talenten nog te weinig. Velen spraken me al aan en vonden het heerlijk om naast het zeer zichtbare werk in onze straten en op onze pleinen, De Demerwachter, De lach, de grauwzuster, de grenadier-guard,  nu ook eens ander werk van hem te kunnen bekijken. Het wordt ook dan pas duidelijk, denk ik, wat voor een klepper hij wel was.  Hij had overal naar toe kunnen gaan, dat was ook bijna gebeurd, maar hij bleef hier in Aarschot, waar hij woonde en werkte, in het atelier en aan de academie. En zo vermenigvuldigde hij zijn talenten, door ze te delen met de honderden leerlingen die hij tussen 95 en 2007 had. Zijn er hier? Ook op deze manier blijft hij, nog heel lang, onder ons.

Zijn werk bleef niet in Aarschot. Kunstliefhebbers uit het ganse land volgde zijn doen en laten en waren gretig naar nieuw werk. Galerij De Vuyst in Lokeren zorgde voor een internationaal platform. Monumenten van Roland staan op tientallen plaatsen in vele steden en gemeenten. En wie werk van hem heeft, die houd het bij. Op een veiling komt u zijn werk zelden tegen. De bezitters houden er echt van. Maar waarom spreekt het werk van de ene kunstenaar velen aan en maakt het iets los of juist vast, terwijl anderen in de schemering van de verzamelde vrienden blijven werken?

Waarom staan wij hier na 5 jaar, een waarom zullen wij hier waarschijnlijk nog vele malen staan in het gezelschap van Rolands werk en zijn bewonderaars? Wat maakt het soortelijk gewicht van een kunstwerk. Wat maakt het dat het Pasen niet nodig heeft om te blijven leven? Het is een moeilijke vraag maar ik doe toch een poging tot een begin van antwoord.


Voor Roland was Kunde en metier erg belangrijk. Al zijn kunstenaars-zielgenoten, in 2008 nog samengebracht in een fantastische editie van Gasthoven, delen dat met hem. Studie, oefening, kennis en vaardigheden moeten samengaan. En dan, na een tijd, plots,  schijnt het, voor de toeschouwer, allemaal vanzelf te gaan. Klei word beeld en je staat er, als leek, op te kijken. Het heeft iets van magie en de fysieke handeling drijft daardoor weg van het verstand. Het wordt een strikt persoonlijke routine en daardoor een unieke taal. Dat heeft Rolands werk heel erg.

Het werk van Roland Rens kan je bovendien echt raken, pijlsnel, zonder dat je eerst moet nadenken. Nadenken mag maar dat hoeft niet. Voelen is genoeg. Ga hier onder de ‘jury’ staan en voel hoe het is om beoordeeld te worden, hoe de blik van anderen je pijn kan doen. en ga dan, iets later misschien ook even nadenken  over hoe wij over anderen oordelen of bewonder de kracht van de uitdrukking of herken misschien jezelf is een van de juryleden. Of kijk naar de vingerafdruk in de klei, perfect gekopieerd in het afgietsel en verbaas je dan over de kunde. Maar eerst altijd het hart en dan het verstand.  Ik geloof dat kunst en de kunstenaar alleen dan Pasen kunnen overleven als ze die gelaagdheid hebben.  Eerst de prik en dan de pleister. Zover kom je maar als je geen compromissen maakt. Dat deed hij niet. Je kan en mag zijn werk dus ook niets vinden. Maar ook dan zal je iets gevoeld hebben. Onverschilligheid is geen optie. Hijzelf was ook niet steeds tevreden en zéér kritisch over het eigen werk. Hij vond zelf dat hij nooit zijn best werk heeft gemaakt.  Die universele taal van de menselijke emotie is in zijn werk altijd aanwezig. Daarmee maakt hij een connectie met de levende toeschouwer, over elke grens van vergankelijkheid heen. Want een emotie gaat niet dood. Ze slaapt en wordt wakker als je kijkt. (...)
Steven Omblets - Schepen van Cultuur van de stad Aarschot - deel van de toespraak naar aanleiding van 'Geboren en getogen' een hommagewandeling door de stad Aarschot - 2012

Het werk van Roland Rens straalt een intensieve bundeling van menselijke kracht uit. De menselijke figuur wordt steeds opnieuw benuttigd als centrum van kennis en onmacht.
Het thema geweld komt veel voor, mensen die geweld ondergaan -aangedaan door anderen- of die zichzelf belemmeren in het bestaan door zich vast te pinnen in het conventionele en zichzelf kooien in een fundamentele onvrijheid, de wanhoop, het leed, het karikaturale, het verval.
Daan Rau, Automobiënnale Middelheim Antwerpen, 1985

Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • Het verhaal
  • Ateliercafé
  • Galerie
  • De Collectie
  • Openingsuren / Contact
  • Dank
  • pers